Dita de Haan-van Rooij, dochter van Freek van Rooij (1923-2006) vertelde over haar vader aan Gerarda Mak, bestuurslid van Museum Vreeburg:
Af en toe ging Dita met haar vader mee Schagen in om foto’s te maken, maar meestal trok hij er in zijn eentje op uit. Op zondagmorgen, als het bijna uitgestorven was in Schagen, fotografeerde hij ogenschijnlijk onbelangrijke panden en straten. Wat vooral zijn belangstelling had waren panden waarvan hij wist dat ze binnenkort gesloopt zouden worden. En dat waren er nogal wat in de jaren zeventig en tachtig van de vorige eeuw. Soms werkte het andersom, dan was er helaas een boerderij of pand in de as gelegd en dook hij in de boeken om te kijken of het pand misschien in het verleden reeds door hem was vastgelegd.
Juist in de jaren zeventig en tachtig werden er heel veel gebouwen met nostalgische waarde gesloopt en verdwenen voorgoed uit Schagen. Daarvoor in de plaats kwamen vaak praktische gebouwen en bouwstijlen met vooral een strakke uitstraling. Lang niet altijd even mooi. Toch maakte hij ook van deze gebouwen foto’s om het enorme verschil vast te leggen.
De vele fotorolletjes werden eerst nog ingeleverd en ontwikkeld via buurman De Jong aan de Veeteeltstraat, een fotograaf met een agentschap aan huis. Totdat Cor Bood (eigenaar van café en melkzaak in Schagerbrug) met een vergrotingsapparaat kwam waar Freek van Rooij wel iets mee kon. In huis werd vervolgens af en toe beslag gelegd op de douche als doka. Het was klein en krap, maar het feit dat er geen raampjes waren maakte het een ideale omgeving voor het zelf afdrukken van zijn foto’s.
Niet alleen fotografeerde Freek van Rooij straatbeelden van Schagen, maar ook op vakantie legde hij alles vast met de camera. Het gezin, al dan niet met vrienden, trok er eerst op uit met de tent. Later, zonder kinderen, werd dat een kleine caravan. Hij hield een soort dagboek bij van de belevenissen, de weersomstandigheden, activiteiten en wat er die avond op het menu stond. De auto waarmee ze op vakantie wilden konden ze in de beginjaren altijd lenen van de Opelgarage aan de Loet, waar hij werkte. Freek van Rooij repareerde de auto en verzorgde die tot in de puntjes. Soms werd de auto vlak voor de vakantie verkocht, maar dan kwam er alsnog een andere auto en die moest op korte termijn in orde worden gemaakt voor de vakantie.
Tussen de middag werd er thuis warm gegeten en daarna deed Freek van Rooij altijd even een tukkie op de bank. Het stoorde hem niet dat de radio op vol volume stond, de kinderen Joke en Dita rondom speelden en moeder met de afwas bezig was. Het was voor hem even bijkomen, even een rustpunt, even de ogen dicht. Vader Freek van Rooij was een bijzondere zachtaardige man, maakte nergens een punt van. Hij was altijd behulpzaam en absoluut niet streng voor zijn dierbaren en medemensen.
Vijfenzestig jaar oud en bijna vijftig jaar bij de baas gingen hem echter niet in de koude kleren zitten. Er werd ook wel gezegd dat het tijd werd dat hij met werken zou stoppen, maar Freek van Rooij wilde per se de vijftig jaren vol maken en dat is hem gelukt.
Na zijn pensioen ging hij er met de fiets op uit met een “snor”-zak, voor het opsnorren van stukjes hout, plankjes en dergelijke, die nam hij mee naar huis. Daar maakte hij vogelhuisjes van. Hobby’s had hij dus genoeg. De tuin was zijn alles en zag er uit als een plaatje. Hij vulde graag kruiswoordraadsels in en deed enthousiast mee aan het bedenken van slagzinnen. Met een van die slagzinnen viel hij daadwerkelijk in de prijzen. De prijs: droogrekjes voor de hele familie.
Af en toe meegaan met haar vader heeft ervoor gezorgd dat Dita de Haan de geestdrift voor de fotografie van hem heeft geërfd. Dat enthousiasme uitte zich onder andere in het, als juf, jarenlang vastleggen van kinderen in de klas, op schoolreisje en uitjes.
Dita beheert na de dood van haar vader de foto-collectie.